Boeken

Kritische Klassieken 23

Jorge Semprun
De grote reis

Memoir

Vertaling: Jean Schalekamp
Nawoord: Peter Venmans
€24 | verschenen april 2024

> Bestel dit boek
> Meer over Jorge Semprun

Kritische Klassieken 23

Jorge Semprun - De grote reis

Memoir

De grote reis beschrijft de lange vierde nacht van een reis die van het Franse Compiègne naar het concentratiekamp Buchenwald voert. De hoofdpersoon is gearresteerd wegens zijn activiteiten voor het Franse verzet en staat met honderdnegentien medegevangen samengeperst in een goederenwagon. Tijdens de rit voert hij diepgaande gesprekken met de naamloze ‘jongen uit Semur’, die tegen hem aangedrukt staat en het transport uiteindelijk niet zal overleven.

In de lange, tergende stiltes komen herinneringen naar boven aan de vlucht naar Frankrijk en de verhoren van de Gestapo. Van het verleden springt het verhaal naar de toekomst: het kamp Buchenwald en vooral naar de reis terug naar het bevrijde Frankrijk. Deze verteltechniek, waarin heden, verleden en toekomst samenvallen maakt De grote reis tot een indrukwekkende literaire prestatie.

Jorge Semprun (1923 – 2011) werd na zijn vrijlating uit het concentratiekamp lid van de leiding van de illegale Spaanse communistische partij tot hij in 1964 als partijlid werd geroyeerd. Van 1988 tot 1991 was hij onder de sociaaldemocraat Felipe Gonzalez partijloos minister van Cultuur van Spanje.

‘Een tijdsdocument van iemand die meerdere malen door de geschiedenis is geraakt.’
– NRC Handelsblad

Kritische Klassieken 21

Christopher Isherwood
Meneer Norris neemt de trein

Roman

Vertaling: Willem van Toorn
Nawoord: Nils Buis
€23 | verschenen november 2023

> Bestel dit boek
> Meer over Christopher Isherwood

Kritische Klassieken 21

Christopher Isherwood - Meneer Norris neemt de trein

Roman

De Britse auteur Christopher Isherwood (1904-1986) woonde en leefde vanaf 1929 tot aan de machtsovername door Hitler in Berlijn. Deze pe­riode van zijn leven verwerkte hij in twee romans: Afscheid van Berlijn (1939) en Meneer Norris neemt de trein (1935).

Meneer Norris neemt de trein leest als een schelmenroman tegen de achtergrond van de roerige nadagen van de Duitse Weimarrepubliek. De verteller, William Bradshaw, ontmoet in de trein van Amsterdam naar Berlijn de mysterieuze Arthur Norris. Het is het begin van een vriendschap die zich zowel voor de lezer als voor de verteller laat lezen als een zoektocht naar de ware aard van meneer Norris. Vanaf dat moment raakt Bradshaw verwikkeld in een reeks ongewone gebeurtenissen, waarin meneer Norris steeds de hand lijkt te hebben. Via Norris komt hij in contact met zulke uiteenlopende figuren als een Berlijnse communistenleider, een homoseksuele baron en niet te vergeten het hoertje Anni-met-het-zweepje.

Het Berlijn van 1933, de opmaat naar de machtsovername door de nazi’s, de weke schurk meneer Norris, zijn smoezelige zaakjes en zijn merkwaardige kennissenkring, het voortdurend wisselen tussen bondgenoten en politieke partijen, krijgen in levendige details gestalte. Pas tegen het einde, als meneer Norris voor de laatste keer de trein neemt, vallen de puzzelstukjes in elkaar.

‘In Meneer Norris neemt de trein was Isherwoods meest geslaagde personage op het toneel verschenen: zonder ophef en zonder merkbare inspanning had Isherwood… Isherwood gecreëerd.’
– Gore Vidal

‘Als je verhalen als deze leest, verbaast het je niet dat Hitler aan de macht is gekomen, maar wel dat het niet een paar jaar eerder al gebeurde.’
– George Orwell

Kritische Klassieken 22

Christopher Isherwood
Afscheid van Berlijn

Roman in verhalen

Vertaling en nawoord: Willem van Toorn
€23 | verschenen november 2023

> Bestel dit boek
> Meer over Christopher Isherwood

Kritische Klassieken 22

Christopher Isherwood - Afscheid van Berlijn

Roman in verhalen

Afscheid van Berlijn, de tweede Berlijnse roman van de Britse schrijver Chris­topher Isherwood (1904-1986), is opgebouwd als een raamvertelling van drie verhalen en drie dagboekfragmenten. Ze hebben allemaal dezelfde hoofdfiguur, de in de ikvorm vertellende ‘Christopher’ die zijn indrukken beschrijft van de sfeer van de stad Berlijn en de mensen die hij er ontmoette tijdens de nadagen van de Weimarrepubliek, de jaren 1929 tot 1932.

Sally Bowles – dankzij de film Cabaret met Liza Minelli in de hoofdrol wellicht de bekendste romanfiguur uit Isherwoods verhalen –, de zorgelijke hospita Fräulein Schröder, de proletarische familie Nowak in hun trieste huurkazerne, de schatrijke joodse familie Landauer, eigenaars van een groot warenhuis, de schaduw van de machtovername door de nazi’s, maar ook het Berlijn van de losse zeden, de bordelen en nachtclubs: allemaal zijn ze haarscherp geportretteerd door de schrijver, die voortdurend op de achtergrond blijft. Niet voor niets schrijft hij al op de eerste pagina de inmiddels legendarische woorden: ‘Ik ben een fototoestel, waarvan de sluiter openstaat, volkomen passief, ik leg vast, ik denk niet.’

‘Armoedige huurkamers in de achterbuurten van Berlijn, verlopen actrices, hysterische vrouwen met nazi-sympathieën, de rijken die zich in hun dure huizen opsluiten en zich nog veilig achten in een Berlijn waar de crisis steeds duidelijker voelbaar wordt en Hitler steeds belangrijker.’
– Trouw

‘Als je verhalen als deze leest, verbaast het je niet dat Hitler aan de macht is gekomen, maar wel dat het niet een paar jaar eerder al gebeurde.’
– George Orwell

Kritische Klassieken 20

Armando
Uit Berlijn | Machthebbers | Krijgsgewoel

Gedachten en notities

Nawoord: J Heymans
€33 | verschenen september 2022

> Bestel dit boek
> Meer over Armando

Kritische Klassieken 20

Armando - Uit Berlijn | Machthebbers | Krijgsgewoel

Gedachten en notities

In de jaren 80 van de vorige eeuw schreef beeldend kunstenaar, dichter, schrijver en acteur Armando (1929 – 2018) vanuit Berlijn, met uitstapjes naar o.a. Toscane, Bayreuth, Venetië, een wekelijks verslag voor de literatuurbijlage van NRC Handelsblad.

Hierin vertelt hij, haast terloops, over de vele vormen en nuances die goed en kwaad kunnen aannemen. Soms blijft hij als commentator op de achtergrond, laat hij alleen de mensen aan het woord in de hoofdstukken ‘Flarden’. Macht, machtsmisbruik, oorlog – het zijn bijna natuurverschijnselen die de mensen in Berlijn ook maar zijn overkomen.

In deze uitgave zijn alle columns, eerder bij De Bezige Bij in boekvorm verschenen in Uit Berlijn, Machthebbers en Krijgsgewoel, plus twee langere verslagen uit China, inclusief bijbehorende illustraties, gebundeld. Machthebbers werd in 1984 bekroond met zowel de F. Borderwijkprijs als de Multatuliprijs.

‘Armando kan prachtig schrijven, hij kan vooral ook prachtig citeren, gesprekken weergeven, noteren.’
– T. van Deel

‘Iedereen die lering zou willen trekken uit de lessen van de geschiedenis, zou de boeken van Armando moeten lezen omdat ze vertellen van de gewone mensen, waar de geschiedenisboeken het alleen maar hebben over de machthebbers.’
– Frank van Dijk, Tzum

‘Schrijvers als Armando moeten maar niet al te poulair worden, daar zijn ze te goed voor.’
– Louis Ferron, Haarlems Dagblad

Kritische Klassieken 19

Ismail Kadare
De generaal van het dode leger

Roman

Vertaling: Henne van der Kooy
Nawoord: Piet de Moor
€24 | verschenen september 2021

> Bestel dit boek
> Meer over Ismail Kadare

Kritische Klassieken 19

Ismail Kadare - De generaal van het dode leger

Roman

Twintig jaar na de Tweede Wereldoorlog reist een Italiaanse generaal naar Albanië, vergezeld door een twistzieke priester en bewapend met landkaarten en meetinstrumenten. Het is zijn taak om de stoffelijke resten op te sporen van de tienduizenden Italiaanse militairen die daar tijdens gevechten tussen de Grieken, Italianen, Duit­sers en de Albanese partizanen zijn gevallen. Een eervolle taak: ‘er was in die taak die hij ging volbrengen iets van de statigheid van de Grieken en de Trojanen, van de plechtigheid van homerische be­grafenissen.’

Anderhalf jaar speuren en graven ze. In de regen en modder banen ze zich een weg door het ontoegankelijke Albanese landschap. Ze worden daarbij niet alleen tegengewerkt door het barre weer, maar ook geconfronteerd met de vijandigheid van de Alba­nezen die voor hen werken. Terwijl de generaal vecht tegen de hopeloosheid van zijn missie, zien de Albanezen dit als een kans om zich te wreken op de vernederingen hun door hun voormalige overwinnaars aangedaan. Langzaam, stukje bij beetje, formeert de generaal zijn dode leger. Maar daarmee wekt hij ook dramatische gebeurtenissen tot leven.

De generaal van het dode leger was Kadares eerste roman en verscheen in de jaren zestig. Er werd een succesvolle film van ge­maakt met Michel Piccoli en Marcello Mastroianni in de hoofdrollen.

‘Ik kreeg een roman in handen van een onbekende schrijver uit een land dat niets goeds beloofde. Het bleek een meesterwerk.’
– Igor Cornelissen

‘Een diepzinnige, schokkende roman, vol schrijnende details.’
– The Times Literary Supplement

‘Kadare brengt niet zomaar een boodschap over, hij brengt de boodschap op dodelijke wijze tot leven.’
– The New York Times

 

Kritische Klassieken 18

Klaus Mann
Mefisto

Roman van een carrière

Tweede druk

Vertaling: J. Hoenselaars
Nawoord: Gerrit Bussink
€24 | verschenen april 2021

> Bestel dit boek
> Meer over Klaus Mann

Kritische Klassieken 18

Klaus Mann - Mefisto

Roman van een carrière

De roman van een carrière, zoals de ondertitel van Mefisto luidt, is geïnspireerd op de thematiek uit de Faustlegende en vertelt het verhaal van de fictieve toneelspeler Hendrik Höfgen, die zijn ziel aan de nazi’s verkoopt in ruil voor een succesvolle carrière. Klaus Mann beschrijft het opklimmen van de getalenteerde acteur Hendrik Höfgen, als gunsteling van Goering. Die offert zijn aanvankelijk anti-fascistische en ‘cultuurbolsjewistische’ idealen op aan zijn grenzeloze eerzucht en eindigt als theaterintendant van Hitlers staatsapparaat.

Klaus Mann schreef zijn klassieke roman in 1936, toen hij in Amsterdam woonde. Het boek verscheen – in het Duits – in de Exil­bibliotheek van de Nederlandse uitgever Querido, waar Duitse auteurs publiceerden omdat dat onder de nazi’s niet meer kon. Het is een van de eerste romans die zich bezighouden met het sociaal-maatschappelijke klimaat in het Derde Rijk.

Het probleem dat Klaus Mann met dit boek aan de orde wilde stellen is de masochistische horigheid van de hoofdpersoon die zich voor machten geld laat corrumperen. Dit staat in zijn optiek voor een algemener verschijnsel: dat van de intellectuele meeloper die een belangrijke voorwaarde vormde voor het succes van het fascisme. En dat maakt Mefisto tot een hoogst actuele roman.

‘Mann stelt in Mefisto een belangrijk probleem aan de orde, namelijk het gemak waarmee weldenkende intellectuelen en kunstenaars op grond van goed getimede aanbiedingen en concessies volledig overstag kunnen gaan en hun zindelijke politieke denkbeelden inruilen voor de nieuwe machtsideologie.’
– Arthur Kahn in De Gooi- en Eemlander

‘Met het oog op het onderwerp van het boek moge het vreemd klinken, maar Mefisto is ook verschrikkelijk amusant.’
– Martin Krumbholz op Deutschlandfunk

‘Een klein pact met de duivel, en men behoorde niet meer tot de gevangenen en vervolgden, maar tot de overwinnaars en vervolgers. Dat was de eenvoudigste en
grootste verleiding.’
– Sebastian Haffner

Kritische Klassieken 17

Arturo Barea
De slag

Madrid tijdens de Spaanse Burgeroorlog

Derde druk

Vertaling: Roland Fagel
Nawoord: Hub Hermans
€27 | verschenen augustus 2020

Uitverkocht
> Meer over Arturo Barea

Kritische Klassieken 17

Arturo Barea - De slag

Madrid tijdens de Spaanse Burgeroorlog

Franco’s troepen staan aan de rand van Madrid. De regering vlucht naar Valencia. Arturo Barea staat er als perscensor opeens alleen voor. De censuur voor de internationale pers is ondergebracht in de Telefónica, het hoogste gebouw van Madrid, een mikpunt voor bommenwerpers en geschut.

De slag is de autobiografische roman van het heroïsche verzet van de gewone Madrileense bevolking tegen de door Hitler en Mussolini gesteun­de staatsgreep van fascistische militairen. Barea, afkomstig uit de volks­­buurt Lavapiés, waar zijn moeder werkte als wasvrouw, schetst een messcherp en meeslepend beeld van stad en bewoners in de meest tragische jaren uit de geschiedenis. Barea loopt een shellshock op en ontmoet de liefde van zijn leven: zijn Oostenrijkse collega Ilsa Kulcsar. Als ze bij de bureaucratie – en de communisten – in ongenade vallen, vluchten ze samen naar het buitenland.

Door zijn werk ontmoette Barea tal van beroemde schrijvers en journalisten, zoals Ernest Hemingway, Martha Gellhorn en John Dos Passos. De Burgeroorlog maakte van de censor een schrijver. Op een oude typemachine van een journalist tikte hij voor een Engelse krant zijn eerste verhaal over een stad in oorlog. Al snel hield hij ook radiopraatjes als ‘een onbekende stem uit Madrid’. In 1946 verschijnt De slag, in het Engels, en vertaald door Ilsa, en wordt onmiddellijk binnengehaald als één van de grootste au­tobiografieën van de twintigste eeuw. George Orwell was een be­won­deraar, evenals John dos Passos, Ernest Hemingway en Gabriel García Márquez. De onopgesmukte, beeldende stijl, de compromisloze eerlijkheid en afwezigheid van bitterheid maken De slag tot een literair meesterwerk, een historisch getuigenis van grote waarde en ontroerend document humain. Pas in 1978, na de dood van Fran­co, verscheen het boek voor het eerst in Spanje. Nu verschijnt dit bijzondere boek voor het eerst in het Nederlands.

‘Een van de beste boeken ooit in het Spaans geschreven.’
– Gabriel García Marquez

‘Wat is het knap als je over oorlog kunt schrijven op de manier waarop Arturo Barea dat doet. Beeldend, indringend,
maar zonder goedkoop effectbejag.’
– Jeroen van der Kris in NRC

‘Rauw en gloedvol beschrijft Barea de oorlog in zijn land en in zijn hoofd.’
– Maarten Steenmeijer in De Volkskrant

‘Orwell bewonderde Barea, Gabriel García Márquez noemde De slag ‘een van de beste boeken ooit in het Spaans geschreven’.
Dat is geen gratuite blurb, maar de zuivere waarheid.’
– Daan Pieters op Tzum

‘Een uitstekend boek: Arturo Barea is een van de grootste literaire aanwinsten die Engeland te danken heeft aan de fascistische vervolging.’
– George Orwell

 

 

Kritische Klassieken 16

Ariel Dorfman
Koers Zuid, richting Noord

Een reis in twee talen

Vertaling: Sjaak Commandeur
Nawoord: Max Arian
€24 | verschenen juni 2019

> Bestel dit boek
> Meer over Ariel Dorfman

Kritische Klassieken 16

Ariel Dorfman - Koers Zuid, richting Noord

Een reis in twee talen

Koers Zuid, richting Noord is niet alleen een gedetailleerd verslag van de in 1973 uitgevoerde militaire staatgreep van generaal Pinochet tegen de democratisch gekozen socialistische regering van Salvador Allende, het is daarnaast een minutieuze zoektocht naar cultuur en identiteit, waarin de schrijver zichzelf niet spaart.

Een reis in twee talen luidt de ondertitel van deze literaire autobiografie, en dat is niet voor niets: verschillende keren heeft Dorfman zijn taal en culturele identiteit omgeruild. Hij is, in 1942, in Buenos Aires geboren, woonde van zijn tweede tot zijn twaalfde in New York, waar hij een volledig Amerikaans kind werd met een diepe afkeer van alles wat Latijns-Amerikaans was. Na een volgende verhuizing in 1954 naar Chili hield hij verbeten vast aan zijn Amerikaanse achtergrond, tot hij in de linkse studentenbeweging terechtkwam en het omgekeerde doormaakte: hij weigerde nog Engels te spreken, beschouwde zich als een echte Chileen en beleed een grondige afkeer van de Verenigde Staten. Drie jaar later, na de door de CIA gesteunde staatsgreep van Pinochet, wist Dorfman ternauwernood aan de dood te ontkomen door – paradoxaal genoeg – naar de VS te vluchten, waar zijn bestaan als balling begon.

Dorfman werd de stem van de Chileense Exil-gemeenschap in de wereld. In woord en geschrift trok hij ten strijde tegen de dictatuur van Pinochet. Tegelijk bouwde hij een literair oeuvre op van romans, verhalen en toneelstukken die allemaal thematisch aan de Chileense nachtmerrie zijn gelieerd, maar ver boven de simpele strijdcultuur uitstijgen. Zijn bekendste toneelstuk, Death and the Maiden, werd door Mike Nichols op Broadway op de planken gebracht en later door Roman Polanski verfilmd.

‘Boeken als Koers Zuid, richting Noord moeten blijven verschijnen!’
– Adri Altink op literairnederland.nl

‘In Koers Zuid rekent Dorfman af met twee demonen die hem een groot gedeelte van zijn leven gekweld hebben: die van de strijd tussen twee vermeende verschillende identiteiten én die van het schuldgevoel van de overlevende.’
– Max Arian

‘Fascinerende herinneringen, intens persoonlijk en vaak heel ontroerend.’
– The New York Times

Kritische klassieken 15

Angelica Balabanoff
Rebel

Politieke herinneringen 1869-1938

Vertaling: Nils Buis
Nawoord: Elsbeth Etty
€25 | verschenen september 2018

> Bestel dit boek
> Meer over Angelica Balabanoff

Kritische klassieken 15

Angelica Balabanoff - Rebel

Politieke herinneringen 1869-1938

Angelica Balabanoff (1869-1965) was een van de leidende figuren in de internationale socialistische beweging van voor, tijdens en direct na de Eerste Wereldoorlog. In 1919 werd ze de eerste secretaris van de Derde Communistische Inter­­na­tionale (Kom­intern). Hoewel ze in de vergetelheid raakte, hoort ze zonder meer thuis in de eredivisie van bekende revolutionaire vrouwen als Rosa Luxemburg, Emma Goldman, Clara Zetkin en Alexandra Kollontaj, met wie allen ze bevriend was.

Balabanoff kwam al vroeg in verzet tegen het milieu van handelaren en grondbezitters in het Oekraïense stadje Chernikov, waar ze opgroeide. In 1897 vertrok ze naar Brussel en ging studeren aan de Université Nou­velle, een instituut dat bekend stond om zijn radicalisme. In 1900 werd ze lid van de Italiaan­se Socialistische Partij. Nadat bij toeval haar talent om grote groepen toe te spreken werd ondekt, ontwikkelde ze zich al snel tot een van de belangrijkste en populairste sprekers op socia­listische massabijeenkomsten. Weer terug in Italië gaf ze de partijkrant Avanti uit en nam ze radicaal stelling tegen de op uitbreken staande Eerste Wereldoorlog, die tot een breuk in de Tweede Internationale leid­de, toen de reformistische voorstanders van de oorlog lijnrecht tegenover de internationa­listische revolutionairen kwamen te staan. Tegen de heersende stroming in bleef Balabanoff ijveren voor een onvoorwaardelijke vrede en kwam in 1917 in het bolsjewistische kamp terecht. Vanwege haar internationale contacten was ze de ideale persoon om een nieuwe internationale – de communistische Komintern ­– op te zetten. Als gevolg van de opkomst van de éénpartijstaat, de Rode Terreur, de opkomende cor­ruptie en het ontstaan van een nieuwe autoritaire politieke klasse in de jonge Sovjet-Unie, keerde ze zich steeds verder af van de bolsjewieken, tot ze in 1922 definitief het land verliet om er nooit meer terug te keren.

Balabanoff kende, correspondeerde, werkte samen en was bevriend met uiteenlopende figuren als Mussolini, Trotski, Lenin, John Reed, Serrati, Radek en Zinovjev, en bericht in haar herinneringen uit de eerste hand over deze hoofdrolspelers op het politieke strijdtoneel van het begin van de twintigste eeuw. Ronduit onthutsend zijn haar herinneringen aan Mussolini, die ze in Zwitserland ontmoette toen hij psychisch, fysiek en financieel volkomen aan de grond zat. Nadat ze hem on­der haar hoede had genomen, aan werk had geholpen en hem politiek bijgeschoold had, kwam het tot een breuk toen Mussolini – inmiddels opgeklommen tot hoofdredacteur van Avanti, het officiële dagblad van de Italiaanse Socialis­tische Par­tij – tegen de wil van de leiding van de partij pleitte voor Italiaanse deelname aan de Eerste Wereldoorlog. Mussolini werd uit de partij gezet, be­gon niet veel later zijn eigen politieke beweging en ontpopte zich al snel tot Duce van het fascistische Italië.

Voor het eerst verschijnen in september van dit jaar de politieke memoires van Angelica Balabanoff in Nederland­se vertaling, onder de titel Rebel. Elsbeth Etty, biografe van de grand old lady van het Nederlandse socialisme Henriëtte Roland Holst, verzorgt het nawoord.

Elsbeth Etty: ‘Rebel is een Fundgrube voor historische parelduikers. Afgezien van persoonlijke herinneringen aan Mussolini, Jean Jaurès, Lenin, Trotski, Rosa Luxemburg, John Reed en vele andere tot de verbeelding sprekende tijdgenoten van Balabanoff, biedt haar autobiografie een fascinerend tijdsbeeld van de eerste vier decennia van de twintigste eeuw.’

Tien dagen die de wereld deden wankelen

Kritische Klassieken 14

John Reed
Tien dagen die de wereld deden wankelen

Reportage

Herziene vertaling en nawoord van
Nils Buis en Koen Wijnkoop
€24,- | verschenen mei 2017

> Bestel dit boek
> Meer over John Reed

Kritische Klassieken 14

John Reed - Tien dagen die de wereld deden wankelen

Reportage

Het was 7 november 1917 en wie het nieuws hoorde, viel van zijn stoel: in Rusland had een relatief kleine groep bolsjewieken de macht gegrepen, het autocratische bewind van de tsaar vernietigd en de eerste proletarische arbeidersstaat ter wereld uitgeroepen. Het was de geboorte van een experiment dat een stempel zou drukken op de hele twintigstste eeuw. Over die Oktoberrevolutie zijn vele boeken volgeschreven. Sommige analyserend, andere verhalend, sommige negatief, andere positief. Maar ze zijn allemaal achteraf geschreven.

In de wereldliteratuur bestaat één grote uitzondering: Tien dagen die de wereld deden wankelen, het meeslepende ooggetuigeverslag van de jonge Amerikaanse journalist John Reed, één van de weinige westerlingen die de revolutie vanaf de eerste rij meemaakte. In zijn reportage holt Reed als een razende reporter van hot naar her, brengt verslag uit van de toespraken van Lenin over ‘vrede, brood en land’, staat op de eerste rij bij de bestorming van het Winterpaleis en woont de bezetting van fabrieken bij. Een boek dat de geestdrift van die periode geniaal in woorden weet te vatten.

Precies honderd jaar na de Oktoberrevolutie geeft Uitgeverij Schokland in samenwerking met de Belgische uitgeverij EPO een nieuwe editie van deze klassieker uit. Deze heruitgave van Tien dagen die de wereld deden wankelen verschijnt in een herziene vertaling en gaat – voor het eerst in een Nederlandstalige uitgave van dit boek – vergezeld van het oorspronkelijke voorwoord van John Reed. Het boek is voorzien van een uitgebreid register en een nawoord van Nils Buis en Koen Wijnkoop.

“Dit alles lijkt geen aanbeveling voor de herziene druk die de moedige eenmansuitgeverij Schokland nu van Reeds boek op de markt brengt. Maar dat zou niemand ervan mogen weerhouden Tien dagen die de wereld deden wankelen te lezen. Reed maakt weliswaar geen geheim van zijn sympathie voor de bolsjewieken, dat doet niets af aan het uitzonderlijke niveau van zijn reportage.” – Cyrille Offermans in De Groene Amsterdammer.

Sering en Vlag

Kritische Klassieken 13

John Berger
Sering en Vlag

De vrucht van hun arbeid, deel 3

Vertaling: Sjaak Commandeur
Nawoord: Cyrille Offermans
€21,- | verschenen november 2016

> Bestel dit boek
> Meer over John Berger

Kritische Klassieken 13

John Berger - Sering en Vlag

De vrucht van hun arbeid, deel 3

Sering en Vlag is het derde en afsluitende deel van De vrucht van hun arbeid. In deze roman zijn de plattelanders uit de eerste twee delen naar de grote stad vertrokken, omdat ze als kleine boer economisch niet meer konden overleven.

Sering en Vlag is een liefdesverhaal en speelt zich af in een niet nader omschreven toekomst. Sering en Vlag zijn de bijnamen van Soekoes en Zjoezja, nazaten van oorspronkelijke plattelanders en de hoofdpersonen van deze roman. Hun liefde komt tot bloei op de vuilnishopen aan de zelfkant van Troje, een imiginaire metropool die verwijst naar de mondiale grootstad, waar het lompenproletariaat ploeterend zijn weg door de stadsjungle probeert te vinden. Ze komen aan de kost als kleine criminelen, via list en bedrog, diefstal, bedreiging en erger en dromen over een toekomst op een wit schip waar ze elkaar ongeremd kunnen beminnen. De werkelijkheid blijkt echter een stuk weerbarstiger.

Uit deze roman spreekt Bergers betrokkenheid bij de outcasts van de samenleving: de vluchtelingen, emigranten en anderen die aan de zelfkant van de maatschappij leven. Zijn mededogen vertoont geen spoor van arrogantie, hoogmoed of zelfingenomenheid. Eén van Bergers belangrijkste kwaliteiten als schrijver is ongetwijfeld zijn inlevingsvermogen en vooral de directe en beeldende manier waarop hij dat weet te verwoorden.

De Volkskrant: ‘Een auteur bij wie een voorname thematiek aan zulk treffend en fraai maar toegankelijk taalgebruik is gekoppeld verdient een groot lezerspubliek.’

Jacq Vogelaar: ‘Een belangrijke kroniek, waarin Berger op onnavolgbare wijze de sporen vastlegt van een verdwijnende belevingswereld.’

Ver weg in Europa

Kritische Klassieken 12

John Berger
Ver weg in Europa

De vrucht van hun arbeid, deel 2

Vertaling: Sjaak Commandeur
Nawoord: Cyrille Offermans
€21,- | verschenen mei 2016

> Bestel dit boek
> Meer over John Berger

Kritische Klassieken 12

John Berger - Ver weg in Europa

De vrucht van hun arbeid, deel 2

Ver weg in Europa bestaat uit een serie liefdesverhalen tegen de achtergrond van het verdwijnen van het traditionele leven in een bergdorp. Berger toont zich daarbij een indrukwekkende notulist van de dood van een boerencultuur en vertelt zijn verhalen in een krachtige, beeldende taal. Hoewel alle verhalen een melancholische sfeer ademen, worden ze nergens sentimenteel en getuigen ze van Bergers compassie met zijn hoofdpersonen die onder vaak harde omstandigheden proberen te overleven.

John Berger ziet zichzelf vooral als verteller van verhalen. Volgens Berger begint vertellen niet met het bedenken van een verhaal, maar met het luisteren ernaar. De verhalen uit Ver weg in Europa zijn dan ook geen beschouwingen van een buitenstaander, maar komen voort uit de gemeenschap waar hij als verteller deel van uitmaakt. Betweterij, moralisme en voorhoededenken is hem daarbij vreemd, als verteller is hij slechts degene die ervaringen doorgeeft. Dat doet hij in uitermate krachtige beeldende taal.

Hans Bouman in De Volkskrant: ‘Ver weg in Europa behoort tot de meesterwerken van de laat 20ste eeuwse Britse literatuur.’

Marjoleine de Vos in NRC Handelsblad: ‘Tegen de eenzaamheid en tegen de onverschilligheid van de natuur helpt alleen de liefde. Alle vijf verhalen zijn dan ook liefdesgeschiedenissen. En alle vijf zijn ze prachtig.’

Het varken aarde

Kritische Klassieken 11

John Berger
Het varken aarde

De vrucht van hun arbeid, deel 1

Tweede druk

Vertaling: Sjaak Commandeur
Nawoord: Cyrille Offermans
€21,- | verschenen februari 2016

> Bestel dit boek
> Meer over John Berger

Kritische Klassieken 11

John Berger - Het varken aarde

De vrucht van hun arbeid, deel 1

Het varken aarde is het eerste deel van de trilogie De vrucht van hun arbeid, die John Berger in de jaren ’80 van de vorige eeuw schreef. In het begin van de jaren ’70 werd Berger ook in Nederland bekend door vertalingen van zijn kunsthistorische essays en de roman G, maar vooral door de uitzending van de televisieserie over beeldende kunst Anders zien. Met G won hij de prestigieuze Man Booker Price.

Sinds 1974 woont Berger aan de voet van de Franse Alpen. Over de bevolking daar schreef hij zijn trilogie. De verhalen uit Het varken aarde bestaan uit twee essays en acht samenhangende, maar toch ook op zichzelf staande verhalen, die worden afgewisseld met gedichten. Ze gaan over het slachten van een koe en een varken, over een koppige boer, over een niet te temmen vrouw. In Het varken aarde dienen de eerste bedreigingen zich aan: de tractor die het paard moet vervangen, de belastinginspectie die een eeuwenoude traditie van drank stoken gaat belasten, de oorlog die families splijt. De verhalen laten zien wat er aan onvervangbare kennis en ervaring verloren gaat en hoe een overlevingscultuur ten onder gaat aan de vooruitgangscultuur.

De verhalen die John Berger hierover schrijft zijn hartverscheurend. Berger is ook beeldend kunstenaar en dat weerspiegelt zich in zijn grandioze verteltrant. Er is geen andere schrijver die met zo weinig woorden zo beeldend is.

Hans Bouman in De Volkskrant: ‘In deze trilogie weet Berger een perfect evenwicht te bereiken tussen de verhalende, poëtische, filosofische en politieke aspecten van zijn werk.’

De Volkskrant: ‘Bergers taalgebruik is veel dwingender dan de eenvoud doet vermoeden en bovendien is daar af en toe die allesomvattende zin die de lezer treft als een kaakslag.’

Anthony Burgess: ‘Een fascinerende trilogie, ontroerend op een bijna ondraaglijke wijze.’

De glasblazers

Kritische Klassieken 10

Daphne du Maurier
De glasblazers

Roman

Vertaling: R.W.M Kliphuis-Vlaskamp
Nawoord: Bart Verheijen
€25,- | verschenen november 2015

> Bestel dit boek
> Meer over Daphne du Maurier

Kritische Klassieken 10

Daphne du Maurier - De glasblazers

Roman

Tegen het einde van de achttiende eeuw vinden er in heel Europa grote veranderingen plaats. Het is de tijd van de Franse Revolutie, die in 1789 uitbreekt en een nauwelijks geëvenaarde politieke omwenteling veroorzaakt die ook in de rest van Europa voelbaar is. De absolute monarchie die eeuwenlang de lakens uitdeelde werd ten val gebracht, de Eerste Franse Republiek uitgeroepen en het feodale systeem met de bijbehorende macht en privileges van de adel en geestelijkheid viel ten prooi aan het nieuwe adagium van Vrijheid, gelijkheid en broederschap. Deze constitutionele en ideologische hervormingen gingen gepaard met burgeroorlog en terreur.

Tegen deze historische achtergrond vertelt Daphne du Maurier in haar in 1963 voor het eerste gepubliceerde roman De glasblazers de geschiedenis van de glasblazersfamilie Busson. Niet alleen krijgen we een inkijkje in de fascinerende wereld van het glasblazersgilde, meer nog is De glasblazers een roman over Du Mauriers eigen familiegeschiedenis. Het is een wereld van ongeëvenaard vakmanschap, vaste gewoontes en een sterk ontwikkelde hiërarchie, waarin de vijf kinderen van Mathurin en Magdaleine Busson hun weg moeten zien te vinden.
Het verhaal over deze twee dochters en drie zonen wordt verteld door de oudste dochter Sophie. Zij heeft de kalmte, het verstand en het verantwoordelijkheidsgevoel van haar onverzettelijke moeder Magdaleine geërfd. Terwijl de broers Michel en Pierre en zus Edmé hartstochtelijk partij kiezen voor de Revolutie, blijft de oudste broer Robert gevangen in zijn streven naar maatschappelijke verheffing en aanzien. Dit noopt hem tenslotte om zijn schuldeisers en Frankrijk te ontvluchten en zijn geluk in Engeland te beproeven. Uiteindelijk blijken de familiebanden sterker dan politieke en ideologische tegenstellingen, wat gesymboliseerd wordt door een kunstig gegraveerde bokaal die binnen de familie Busson van generatie op generatie wordt doorgegeven.

De glasblazers is een intrigerende familiekroniek, waarin de historische achtergrond met regelmaat luid doorklinkt en de hoofdpersonen dankzij Du Mauriers sterke verbeeldingskracht en levendige vertelstijl volop tot leven komen.

Steinz Gids voor wereldliteratuur: ‘Daphne du Maurier excelleert niet alleen in suspense, maar ook in psychologische diepgang en sfeervolle beschrijvingen van de plaatsen waar haar verhalen zich afspelen.’

Tatiana de Rosnay in ‘Manderley forever’, de biografie over Daphne du Maurier: ‘Daphne du Maurier beschrijft niet alleen met viruositeit en precisie de opstand van de Vendéens, de massamoorden onder de Terreur, de willekeurige executies en het lijden van het volk, maar ook het dagelijks leven van een familie, de Bussons, háár familie.’

Goethe in Dachau

Kritische Klassieken 9

Nico Rost
Goethe in Dachau

Dagboek 1944 - 1945

Nawoord: Ewout van der Knaap
€24,- | verschenen april 2015

> Bestel dit boek
> Meer over Nico Rost

Kritische Klassieken 9

Nico Rost - Goethe in Dachau

Dagboek 1944 - 1945

Nico Rost zou vooral bekend worden als vertaler van het neusje van de zalm van de Duitse literatuur. In de jaren ’20 en ’30 van de vorige eeuw verbleef hij in Duitsland en vertaalde er in hoog tempo werk van o.a. Anna Seghers, Alfred Döblin, Joseph Roth, Ernst Toller en Hans Fallada. Het hoogtepunt in zijn eigen werk is ongetwijfeld zijn imponerende kampdagboek Goethe in Dachau dat, toen het in 1947 gepubliceerd werd, door vriend en vijand werd geprezen. In Berlijn maakte Rost de opkomst van de nazi’s mee en werd hij communist. Nadat hij in 1933 al eens drie weken in het kamp Oraniënburg vastgehouden werd, werd Rost in 1943 voor de tweede keer gearresteerd en belandde hij zoals veel verzetsstrijders uiteindelijk in het concentratiekamp Dachau, waar hij bleef tot het kamp op 30 april 1945 door de Amerikanen werd bevrijd.

Vanwege een abces aan zijn been werd Rost opgenomen in de ziekenbarak van het kamp. Hierdoor kon hij zich binnen het kamp redelijk vrij bewegen en had hij de gelegenheid om zijn medegevangenen te spreken en te helpen. Velen van hen kende hij al uit kamp Vught, anderen dankzij zijn internationale contacten binnen de communistische en anti-fascistische beweging. Al vanaf zijn eerste dag in het kamp besluit hij om een dagboek bij te houden, daarbij geholpen door medegevangenen die hem stukjes papier bezorgden waarop hij zijn aantekeningen kon maken. Onvermijdelijk schrijft Rost over het dagelijkse kampleven: de wreedheid van de SS, het grote aantal slachtoffers dat de gevreesde vlektyfus onder de gevangen eist, maar ook over de onderlinge hulpbereidheid onder de gevangenen en de vele gesprekken en ‘studiebijeenkomsten’ die hij met gevangenen van diverse pluimage voerde. Maar de werkelijke betekenis van Goethe in Dachau ligt in de manier waarop Rost deze gebeurtenissen verwerkt en zijn menselijke waardigheid weet te bewaren en te behouden.

Literatuur en werkelijkheid luidt de ondertitel van het dagboek. Vasthouden aan de menselijkheid en de wereld van schoonheid en redelijkheid was voor Rost van levensbelang. Die menselijkheid vond hij in de literatuur en dan met name in de Duitse literatuur uit de Romantiek, waarvan Goethe en Schiller de belangrijkste vertegenwoordigers waren. Door hun (en andere) boeken te lezen en te herlezen blijft hij zichzelf voor ogen houden dat er nog een andere werkelijkheid bestaat dan die van de honger en de kou, de ziekte en de dood, waar hij dagelijks mee geconfronteerd wordt. ‘Wie over eten begint te praten, krijgt steeds meer honger. En degenen die het meest over de dood praten zijn het vlugst gestorven… Vitamine L (literatuur) en T (toekomst) lijken me de beste bijvoeding’, schrijft hij op 11 februari 1945.
Op die manier wist Rost om te gaan met de dagelijkse barbarij en werd het bijhouden van zijn dagboek niet meer en minder dan een manier om het concentratiekamp te overleven.

Met Goethe in Dachau heeft Nico Rost niet alleen een monument voor zijn medegevangenen in Dachau opgericht, maar ook laten zien hoe een mens zijn waardigheid kan behouden in een omgeving die niet onderdeed voor de hel.

Elsbeth Etty in de NRC: ‘Het fascinerende kampdagboek Goethe in Dachau is een verslag van de overwinning van de geest op de barre realiteit van het concentratiekamp.’

Jerker Spits in De Groene Amsterdammer: ‘Lettertype, opmaak, leeslint: het is een mooie, verzorgde uitgave geworden in de boeiende reeks Kritische Klassieken van uitgeverij Schokland. Voor alles past lof. Dit bijzondere kampdocument, dat als boek nog slechts antiquarisch te verkrijgen was, ligt weer in de boekhandel.’

De Volkskrant: ‘Zelfs gedurende zijn mensonterende verblijf in het concentratiekamp bleef de schrijver, vertaler en verzetsstrijder Nico Rost geloven in de Duitse cultuur. Hij getuigde ervan in zijn in 1948 verschenen dagboek Goethe in Dachau, nu heruitgegeven in een fraaie gebonden editie, uitgebreid met nieuwe noten en een nawoord van Ewout van der Knaap.’

Andorra

Kritische Klassieken 8

Max Frisch
Andorra

Toneelstuk in twaalf taferelen

Vertaling: Adriaan Morriën
Nawoord: Ewout van der Knaap
€17 | verschenen september 2014

> Bestel dit boek
> Meer over Max Frisch

Kritische Klassieken 8

Max Frisch - Andorra

Toneelstuk in twaalf taferelen

Andri, de hoofdpersoon van Andorra, is de pleegzoon van de leraar Can, die hem ooit uit het land van de Zwarten de grens over naar het land van de Witten heeft gesmokkeld om hem te behoeden voor vervolging omdat hij Jood zou zijn. Uiteindelijk blijkt Andri helemaal geen Jood, maar het kind dat de leraar heeft verwekt bij een ‘señora’ uit het land van de Zwarten. De onthulling van de waarheid komt evenwel te laat. In Andorra – de ogenschijnlijk vredige maatschappij van de Witten – worden Andri allerlei negatieve stereotype Joodse eigenschappen toegedicht. Andri maakt zich de hem opgedrongen identiteit eigen en blijft er aan vasthouden, zelfs als zijn ouders hem de waarheid vertellen. Als dan uiteindelijk de Zwarten het ‘onschuldige’ Andorra binnenvallen, wordt Andri als Jood geïdentificeerd en vermoord. De Andorranen wassen hun handen in onschuld omdat zij naar eigen zeggen deze afloop niet hadden kunnen voorzien.

Het stuk werd voor het eerst in 1961 in het Zwitserse Zürich gespeeld, daarna ging het op de symbolische datum 20 januari 1962 in Duitsland in drie grote steden tegelijk in première, precies twintig jaar na de beruchte nazibijeenkomst aan de Wannsee, waar tot de Endlosung werd besloten.

Frisch heeft met Andorra een parabelachtig stuk willen schrijven, waarin hij vooral het universele karakter van discriminatie wilde benadrukken en de maatschappelijke schuldvraag wilde stellen. Andorra blijkt in retrospectief een scharnierpunt in het oeuvre van Frisch, die zich in en buiten zijn werk als kritische, geëngageerde intellectueel liet gelden.

Dat Andorra op veel Duitse scholen nog steeds verplichte leesstof is, bewijst dat het stuk met recht als een moderne klassieker geldt waarvan de thematiek nog altijd actueel is.

Michiel Krielaars in NRC: ‘Misschien nog wel het interessantst in Andorra is hoe Frisch zich over de maakbaarheid van een identiteit buigt. […] In zijn nawoord vertelt germanist Ewout van der Knaap over de receptiegeschiedenis van het stuk, die op zich stof genoeg biedt voor een grootse roman.’

Jerker Spits in de Groene Amsterdammer: ‘Die parabelvorm vind je terug in Andorra. Het stuk illustreert hoe de identiteit van de jonge Andri bepaald wordt door de vooroordelen van anderen. De Andorranen dichten hem negatieve, stereotiep joodse eigenschappen toe – hoewel hij helemaal geen jood is, maar een kind dat de leraar heeft verwerkt bij een señorita uit het land van de Zwarten. Als de Zwarten Andorra binnenvallen, wordt Andri vermoord. Zijn zelfbeeld is bepaald door de vooroordelen van anderen. “Ze hoeven je alleen maar aan te kijken en plotseling ben je wat ze van je zeggen.”‘

Adri Altink op www.literairnederland.nl: ‘Het is een belangrijk thema in Andorra van Max Frisch: hoe we ons een oordeel vormen op basis van beelden die we geïntegreerd hebben en hoe die beeldvorming de identiteit van iemand bepaalt. En daarmee samenhangend: hoe we onze manier van kijken rechtvaardigen en te laf zijn om die los te laten.’

Portugal, de bloem en de sikkel

Kritische Klassieken 7

J. Rentes de Carvalho
Portugal, de bloem en de sikkel

Een geschiedenis

Vertaling: August Willemsen
Nawoord: Arie Pos
€24,50 | verschenen april 2014

Uitverkocht
> Meer over J. Rentes de Carvalho

Kritische Klassieken 7

J. Rentes de Carvalho - Portugal, de bloem en de sikkel

Een geschiedenis

Veertig jaar geleden, op 25 april 1974 vond in Portugal de Anjerrevolutie plaats en kwam er een einde aan de bijna vijftig jaar durende fascistische dictatuur. In 1975, nog geen jaar erna, schreef de van oorsprong Portugese schrijver J. Rentes de Carvalho met Portugal, de bloem en de sikkel een vernietigende beschouwing over de overal in Europa juichend ontvangen machtswisseling.

In Portugal, de bloem en de sikkel neemt Rentes de Carvalho een lange aanloop naar het moment waarop ‘De Beweging der Kapiteins’ op 25 april 1974 de macht overneemt. Voordat deze machtswisseling uiteindelijk een feit is heeft zich voor de lezer een uitgebreide cultuurgeschiedenis van het lang achtergebleven Portugal ontvouwd. Gedetailleerd beschrijft de auteur de langdurige politieke, culturele en economische stagnatie van een land dat zich lange tijd een belangrijker rol op het wereldtoneel toedichtte dan het in werkelijkheid speelde. Op dezelfde wat laconieke en vileine toon die we kennen uit Waar die andere God woont trekt Rentes de nodige heilige huisjes omver en laat hij geen spaan heel van de ‘glorierijke’ Portugese koloniale geschiedenis, waarvan de revenuen vooral ten goede kwamen aan de schatkist van Engeland. De wrange realiteit die uit dit meeslepende relaas oprijst toont de lezer een verbijsterend beeld van bittere armoede onder de Portugese bevolking, de daaruit voortvloeiende grootscheepse emigratie en de schijnheiligheid van de intellectuele oppositie gedurende al die jaren. Het is vooral de dubbele moraal van die oppositionele kringen die het bij Rentes moet ontgelden.

Dat Rentes de Carvalho de overenthousiaste Anjereuforie wilde temperen door te laten zien dat Portugal na de Anjerrevolutie niet ineens een ander land was geworden werd hem niet in dank afgenomen. Het bracht hem in de problemen en dreigde hem – volkomen onterecht – in het verkeerde politieke kamp te plaatsen. Dat ging zelfs zo ver dat hij ervan beschuldigd werd een agent van de pide, de geheime politie, te zijn. Ook in Portugal was het boek van Rentes de Carvalho lange tijd explosief materiaal. Pas dit jaar verschijnt Portugal, de bloem en de sikkel voor het eerst in het Portugees (bij uitgeverij Quetzal). Niet eerder was er een Portugese uitgever die er zijn vingers aan durfde te branden.

José Rentes de Carvalho (1930) verliet op twintigjarige leeftijd zijn geboorteland Portugal. In 1956 vestigde hij zich in Nederland. Tot zijn bekendste werken horen de weinig zoetsappige zedenschets van Nederland Waar die andere God woont en zijn veelgeprezen roman Ernestina uit 1998, die werd vergeleken met de autobiografische geschriften van Elias Canetti.

Arie Pos, literair vertaler en docent Nederlands aan drie Portugese universiteiten, verzorgde het nawoord, waarin hij niet alleen ingaat op de ontstaansgeschiedenis van het boek, maar ook de door Rentes de Carvalho uitgezette lijnen verder doortrekt naar de huidige tijd. Deze heruitgave gaat vergezeld van een uitgebreid notenapparaat dat werd verzorgd door Bert Aanstoot.

Adri Altink op www.literairnederland.nl: ‘Portugal, de bloem en de sikkel is een boek dat ook nu nog kostelijk is om te lezen. Het is verrassend fris van stijl en toon en de vlammende, giftige pen doet ook nu nog zijn werk.’

Jan Geerlings in Blik op Portugal: ‘Ik heb de tweede druk met rooie oortjes gelezen en heb sterk de neiging alle lezers mee te nemen door de Portugese geschiedenis die Rentes de Carvalho in 324 bladzijden schetst.’

Memoires van een revolutionair

Kritische Klassieken 6

Peter Kropotkin
Memoires van een revolutionair

Memoires 1842-1886

Vertaling: Anita van der Ven
Nawoord: Peter Blom
€27 | verschenen oktober 2013

Uitverkocht
> Meer over Peter Kropotkin

Kritische Klassieken 6

Peter Kropotkin - Memoires van een revolutionair

Memoires 1842-1886

Waar Bakoenin de reputatie had een ‘afbraakanarchist’ te zijn, stond Kropotkin niet alleen bekend als ‘opbouwanarchist’, maar ook als de ‘anarchistische prins’. Hij verwierf internationale faam en gold lange tijd als de leidende theoreticus van het anarchisme. Zijn Memoires zijn misschien wel het beste wat hij geschreven heeft en schilderen ons een onvergetelijk beeld van het Rusland in het midden van de negentiende eeuw, van de Rusische volksbeweging in de jaren 1870 en van de anarchistische beweging in West-Europa tussen 1870 en 1880.
Peter Kropotkin beantwoordde in geen enkel opzicht aan het beeld dat men zich over het algemeen van een anarchist vormt. Hij werd niet in een proletarisch gezin geboren, maar was van prinselijke bloede. Ook was hij geen door fanatisme verblinde ‘bommengooier’, maar een opvallend zachtaardig en innemend man, die zich op een vlotte manier bewoog in de kringen van de culturele elite van zijn tijd.

Kropotkins Memoires beginnen bij zijn geboorte in 1842 als telg uit een Russisch aristocratisch geslacht. Op een manier die doet denken aan Tolstojs jeugdherinneringen beschrijft hij zijn gepriviligeerde kinderjaren en de tijd die hij doorbracht in het elitaire pagecorps op de militaire school. Als page van tsaar Nicolaas II raakt hij aanvankelijk onder de bekoring van diens liberale reputatie. Die bekoring slaat al gauw om in teleurstelling als de tsaar uiterst wankelmoedig blijkt en de voorgenomen afschaffing van de lijfeigenschap steeds opnieuw uitstelt. Na zijn studie geografie en een dienstreis naar Siberië oriënteert Kropotkin zich steeds meer op politiek en maatschappijhervorming.
Van 1872 tot 1886 leidt Kropotkin het leven van een revolutionair. Hij bezoekt West-Europa om kennis te nemen van de socialistische beweging en concludeert al gauw dat hij niets moet hebben van de autoritaire marxistische stroming binnen de Internationale. Zijn hart gaat juist uit naar het vrijheidslievende socialisme, dat hij vond bij de Frans-Zwitserse Jurafederatie.
Terug in Rusland sluit hij zich aan bij de revolutionaire Tsjaikovksigroep, wordt gearresteerd en zonder vorm van proces opgesloten in de beruchte Peter- en Paul vesting, waar hij op spectaculaire wijze uit weet te ontsnappen. In West-Europa sluit hij zich aan bij de anarchistische beweging, wordt in Frankrijk opnieuw gearresteerd en vestigt zich na verkregen amnestie uiteindelijk in Engeland.
De Memoires eindigen in 1886 toen Kropotkin wellicht de bekendste anarchist van de wereld was en hij nog een heel leven voor zich had. In de jaren daarna legde hij zich vooral toe op het schrijven van artikelen, pamfletten en boeken en ontwikkelde hij zich tot de belangrijkste theoreticus van het anarchisme in zijn tijd. Tot zijn dood in 1921 zou hij een van de invloedrijkste anarchisten blijven.

Memoires van een revolutionair verschijnt in een geannoteerde uitgave. Peter Blom, directeur van Triodos Bank beschrijft in het nawoord welke betekenis Kropotkins theorieën over wederzijdse hulp ook in onze tijd nog steeds hebben. Dit zesde deel in de serie Kritische Klassieken verschijnt in samenwerking met Kelder Uitgeverij.

Robin te Slaa in NRC: ‘In zijn autobiografie schetst Kropotkin op onovertroffen wijze het Rusland van zijn tijd.’

Marius de Geus in de AS: ‘Het is opmerkelijk dat dit boek op geen enkele manier verouderd aandoet. De vertaling heeft ritme, is vloeiend en glashelder. De redacteuren hebben hun werk uitstekend gedaan, waardoor het boek qua taalgebruik en verzorgdheid weer volledig up-to-date is. Kropotkins levensgeschiedenis is en blijft ook in onze tijd fascineren.’

Jos van Damme in De Leeswolf: ‘Het boek is mooi uitgegeven en voortreffelijk geannoteerd, ingeleid en becommentarieerd.’

Mens of niet

Kritische Klassieken 5

Elio Vittorini
Mens of niet

Roman

Vertaling en nawoord: Anthonie Kee
€22 | verschenen juni 2013

> Bestel dit boek
> Meer over Elio Vittorini

Kritische Klassieken 5

Elio Vittorini - Mens of niet

Roman

In 1943 lijkt er een einde te komen aan de in 1922 door Mussolini gevestigde fascistische dictatuur in Italië. Nadat de geallieerden in juli 1943 op Sicilië waren geland, wordt vooral in het noorden van Italië het verzet steeds sterker. De ontwikkelingen volgen elkaar snel op: eerst wordt Mussolini door zijn eigen fascistische partij afgezet en gevangengenomen, vervolgens zoekt de Italiaanse koning toenadering tot de geallieerden en vallen de Duitse troepen het noorden van Italië binnen. Ze bevrijden Mussolini uit de gevangenis en dringen hem de leiding op van de nieuwe Italiaanse Sociale Republiek, niet meer of minder dan een vazalstaat van Duitsland. In het voorjaar van 1945 komt er een eind aan deze ‘Republiek van Salò’: het verzet van de partizanen wordt steeds sterker en de geallieerden rammelen aan de poort. Eind april 1945 capituleren de Duitse legers in Italië.

Al in juni 1945 ligt Elio Vittorini’s roman Mens of niet in de boekhandel. Het is daarmee met recht de eerste literaire verwerking van het verzet tegen het fascisme. Voor hij deze roman kon schrijven had Vittorini een lange weg te gaan. Zoals zoveel jonge Italianen voelt hij zich aanvankelijk aangetrokken tot het anti-burgerlijke, revolutionaire en ‘moderne’ fascisme, maar als schrijver en journalist blijft hij open staan voor alles wat dynamisch en vernieuwend is. Dat brengt hem steeds vaker in conflict met de fascistische autoriteiten. De breuk volgt na het uitbreken van de Spaanse Burgeroorlog, als hij partij kiest voor de Republikeinen en tegen Franco. Vittorini sluit zich aan bij het communistische verzet, wordt in 1943 gearresteerd, vier weken later op borgtocht vrijgelaten en moet vervolgens onderduiken. Vanuit zijn onderduikadres geeft hij de Milanese editie van de illegale communistische krant L’Unita uit en begint hij te schrijven aan Mens of niet.

Mens of niet is het verhaal van het Milanese verzet tegen de Duitsers en hun Italiaanse handlangers. We volgen N-2, de leider van een verzetsgroep, bij het beramen en uitvoeren van aanslagen, bij de verwoede discussies met de kameraden uit zijn groep, en op zijn zwerftochten door de stad, opgejaagd door de militie van Zwarte Hond, die met een gruwelijk sadisme de politieke gevangenen tot op het bot vernedert. De strijd culmineert in een overval van N-2 en zijn mannen op het gerechtsgebouw, waar zij een bloedbad aanrichten onder de daar aanwezige fascisten. Als represaille worden tientallen burgers opgepakt, gefusilleerd en vervolgens ter afschrikking in het centrum van Milaan tentoongesteld.
De ogenschijnlijk simpele plot en het tot op het bot uitgeklede proza van Vittorini met zijn karakteristieke herhalingen wordt doorspekt met indringende morele vragen die de schrijver zijn hoofdpersonen laat stellen; waarom leeft de mens, waarom strijdt hij, waarom krenkt hij en als hij krenkt is hij dan nog wel een mens? Deze vragen en de constatering dat zowel het menselijke als het onmenselijke onlosmakelijk met elkaar en met het mens-zijn zijn verbonden maken dat Mens of niet ver uitstijgt boven een traditionele verzetsroman.

Roderick Six in Knack: ‘Mens of niet leest als een toneelstuk van Becket – stug en absurd – en is dan plots weer sprookjesachtig mooi. Het ene hoofdstuk waan je je in een voorgeborchte van W. F. Hermans’ sadistische universum, in het andere merk je Vittorini’s invloed op zijn volgeling Italo Calvino. Een gruwelijk wonder van een boek.’

Edwin Krijgsman in De Volkskrant, 1995: ‘Het unieke van Vittorini’s werk bestaat uit de wat naïef aandoende stijl die door zijn beeldende kracht hardnekkige sporen in je herinnering groeft. Mens of niet is niet alleen menselijk gezien een prestatie van groot formaat, maar vooral een prachtig geschreven roman, die de lezer op de cadans van zijn eenvoudige zinnen meevoert door de verwoeste straten van Milaan.’

Ronald de Rooij in Trouw: ‘Samen met Italo Calvino’s Het pad van de spinnebeesten (1947) behoren Elio Vittorini’s Mens of niet (1945) en Beppe Fenoglio’s Een privékwestie (1963) ongetwijfeld tot de indrukwekkendste boeken over deze burgeroorlog. De laatste twee meesterlijke romans vullen elkaar prachtig aan: Fenoglio schrijft over het verzet op het platteland, Vittorini over de bezette stad.’

Een jeugd in Duitsland

Kritische Klassieken 4

Ernst Toller
Een jeugd in Duitsland

Mémoires 1893 - 1924

Tweede druk

Vertaling: John Luteijs
Nawoord: Ewout van der Knaap
€22 | verschenen februari 2013

> Bestel dit boek
> Meer over Ernst Toller

Kritische Klassieken 4

Ernst Toller - Een jeugd in Duitsland

Mémoires 1893 - 1924

Een jeugd in Duitsland begint met Tollers geboorte in 1893 in een goedburgerlijk Joods milieu en eindigt met zijn vrijlating in 1924 uit de gevangenis, waar hij vijf jaar vestingstraf uitzat vanwege zijn vooraanstaande rol in de slecht voorbereide Duitse revolutie en de Beierse Radenrepubliek. In een meesterlijk sobere stijl schildert Toller het isolement door zijn jood-zijn in de Pruisische provincie Posen, zijn studietijd in Grenoble en zijn aanvankelijke enthousiasme voor deelname aan de Eerste Wereldoorlog. Maar in de loopgraven realiseert hij zich al gauw dat wat een heroische strijd leek, in feite niet veel meer is dan een bloedige broedermoord tussen Duitse en Franse soldaten. Als overtuigd pacifist teruggekeerd uit de oorlog is zijn teleurstelling groot als blijkt dat de burgerlijke leiders niet in staat zijn om de teruggekeerde Duitse jeugd naar een perspectiefvolle toekomst te leiden en raakt hij tegen wil en dank betrokken bij de revolutionaire arbeidersbeweging. In 1918 wordt hij voorzitter van de Onafhankelijk Socialistische Partij in München en neemt hij een leidende rol op zich in de Beierse Radenrepubliek, waarvoor hij in 1919 tot vijf jaar gevangenisstraf wordt veroordeeld.

Een jeugd in Duitsland verscheen in 1933, het jaar van de Machtübernahme door de nazi’s. In een vlammend voorwoord – geschreven op de dag dat zijn boeken in Duitsland verbrand werden – roept Toller zijn voormalige medestrijders niet alleen op om de lessen te trekken uit de nederlaag van het socialisme, maar ook en vooral om niet te zwijgen en te blijven strijden tegen de aan de macht gekomen barbarij. Het centrale thema in deze meeslepende herinneringen is de tegenstelling tussen humane doelen en inhumane middelen, tussen revolutionair gewelddadig handelen en het tot stand brengen van een vreedzame, socialistische maatschappij. Niemand heeft zo eerlijk zijn eigen falen en de tekortkomingen van de revolutionaire beweging beschreven als Ernst Toller.

Een jeugd in Duitsland verschijnt opnieuw bij Uitgeverij Schokland in een geannoteerde uitgave en een nieuwe, tekstgetrouwe vertaling van John Luteijs. Het nawoord is geschreven door Ewout van der Knaap, hoofddocent Duitse letterkunde aan de Universiteit Utrecht.

Jerker Spits in De Groene Amsterdammer: ‘Toller beschrijft alles hautnah, bevlogen en met veel historische details. Een jeugd in Duitsland is een document van een gepassioneerd revolutionair die in krachtige beelden zijn eigen leven en de Europese geschiedenis tot leven wekt.’

Huub Bartman op www.literairnederland.nl: ‘Tollers beschrijving van zijn frontervaringen behoren zonder twijfel tot de meest aangrijpende op dit gebied.’

Prof. H.W. von der Dunk: ‘Ik ken weinig herinneringen die zo tot onder de huid gaan.’

Nacht in de middag

Kritische Klassieken 3

Arthur Koestler
Nacht in de middag

Roman

Tweede druk

Vertaling: Koos Schuur, herzien door Nils Buis
Nawoord: Wim Berkelaar
€23 | verschenen mei 2012

> Bestel dit boek
> Meer over Arthur Koestler

Kritische Klassieken 3

Arthur Koestler - Nacht in de middag

Roman

Nacht in de middag – volgens George Orwell Koestlers meesterwerk – begint met de arrestatie door de geheime dienst van Roebasjov, een oude bolsjewiek en ooit één van de Helden der Revolutie. In drie verhoren beschrijft Koestler hoe zijn hoofdpersoon na een pijnlijk zelfonderzoek tenslotte tot het besluit komt om in het openbaar misdaden tegen de partij te erkennen, waarvan hij weet dat hij ze in werkelijkheid nooit begaan heeft. Uiteindelijk wordt Roebasjov met een nekschot vermoord. Hoewel het personage van Roebasjov fictief is, kost het niet veel moeite om enkele van de vooraanstaande partijfunctionarissen – Boecharin, Radek – te herkennen die tijdens de in 1936 begonnen Moskouse processen door het apparaat van Stalin werden geliquideerd.

Nacht in de middag gaat over universele thema’s als het spanningsveld tussen het individuele geweten (‘ik’) en verantwoordelijkheid voor het collectief (‘wij’) en de betekenis van het persoonlijke geweten en de moraal en is daarmee – lang voor het verschijnen van Orwells 1984 en Kravchenko’s Ik verkoos de vrijheid – de eerste literaire aanklacht tegen het totalitarisme in het algemeen en dat van Stalin in het bijzonder. Alleen een ex-communist als Koestler heeft de dogma’s van het bolsjewisme zo vlijmscherp kunnen fileren.

Historicus Wim Berkelaar schreef het nawoord bij deze uitgave. De oorspronkelijke vertaling van Koos Schuur uit 1946 werd grondig herzien door Nils Buis.

Annie Romein-Verschoor: ‘Ik zou het boek van Koestler geen “slecht”, maar wel een zeer gevaarlijk boek willen noemen, een boek namelijk, dat schandalig misbruikt kan worden en misbruikt wordt.’

Hans Renders in Vrij Nederland: ‘Nacht in de middag past in het rijtje Brave New World van Aldous Huxley en 1984 van George Orwell, maar steekt daar ook als roman boven uit.’

Jos Palm in Trouw: ‘Het is de weergave van de zielestrijd die dit boek tot monument maakt. Het moet gelezen en herlezen worden: als medicijn tegen grote én kleine totalitaire aanvechtingen.’

Wil van Basten op www.literairnederland.nl: ‘Nacht in de middag is een meesterwerk. Koestler is een begenadigd verteller. Begrijpelijk dat dit werk in de beginjaren 1940 geruchtmakend was. Nu, ruim zestig jaar later, heeft dit boek helaas zijn actuele waarde nog steeds niet verloren.’

Lont

Kritische Klassieken 2

Franz Josef Degenhardt
Lont

Roman

Vertaling en nawoord: Gerrit Bussink
€23 | verschenen november 2011

> Bestel dit boek
> Meer over Franz Josef Degenhardt

Kritische Klassieken 2

Franz Josef Degenhardt - Lont

Roman

Lont is het opmerkelijke romandebuut uit 1973 van Franz Josef Degenhardt, die daarvoor vooral bekendheid genoot als zanger en componist. In Duitsland gingen er in de loop der jaren meer dan 100.00 exemplaren van over de toonbank, in Nederland is het bij slechts één uitgave gebleven. Uitgeverij Schokland biedt deze even ontroerende als opmerkelijke roman een tweede leven.

Degenhardts roman Lont was in 1973 een van de grootste en aangenaamste verrassingen op de Duitse boekenmarkt. De roman, het prozadebuut van Degenhardt, is een logisch verlengstuk van zijn carrière als componist en zanger van steeds maatschappijkritischer wordende liedjes, waarmee hij in de toenmalige Bondsrepubliek Duitsland vooral grote bekendheid genoot. De roman is de ballade van Fänä Spormann en zijn dertien- en veertienjarige kameraden uit het Ruhrgebied. Terwijl hun vaders zijn gesneuveld, omgebracht of in het concentratiekamp zitten, groeien ze op in hun grauwe fabriekswijk, tussen bestorven en onbestorven weduwen, dwangarbeiders, vluchtelingen en verzetsstrijders. Ze verrichten koeriersdiensten voor de Ondergrondse, maar wat begint als een spannend spel verandert langzamerhand in serieuze verzetsdaden. Zo helpen ze een Engelse piloot en een joodse pianiste onderduiken, smokkelen ze wapens en blazen ze een fouragewagon van de Wehrmacht op in de veronderstelling dat die vol zit met levensmiddelen. De verbazing is dan ook groot als blijkt dat ze ze zeshonderd liter wijn hebben buitgemaakt. Over de Tweede Wereldoorlog en het Hitler-regime zijn – ook in het naoorlogse Duitsland – talloze romans en verhalen geschreven. In Lont laat Degenhardt ons zien dat er ook in Duitsland (en wel in andere milieus dan dat van de aristocratische graaf Von Stauffenberg) tenminste een gedeeltelijk bewustzijn van het ware karakter van het nazi-regime bestond en dat een klein aantal arbeiders daaruit concrete conclusies heeft getrokken en daadwerkelijk verzet pleegde. Lont is daarmee een opmerkelijke roman over het Duitse verzet tegen de nazi’s, geschreven vanuit het al even opmerkelijke perspectief van beginnende pubers die al vroeg volwassen moeten worden. Daarmee is Lont zeker niet het zoveelste boek over de Tweede Wereldoorlog.

Gerrit Bussink, vertaler van onder meer Peter Handke, Botho Strauss en Hans Magnus Enzensberger, heeft voor deze uitgave in de Kritische Klassieken zijn eerdere vertaling uit 1973 herzien. Ook schreef hij een geactualiseerd nawoord dat nu al op onze website is te lezen, zie: dossiers. Ook vindt u hier een artikel van John Luteijs die uitgebreid ingaat op de achtergronden van Lont.

Trouw: ‘Lont leest als een trein. Elk hoofdstuk is een avontuur, een pareltje van inlevingsvermogen, soms geschreven in slang of kindertaal, maar nooit gemaakt.’

Literair Nederland: ‘Lont is goed, spannend en bijzonder.’

Vrij Nederland: ‘Degenhardt heeft er goed aan gedaan om dit verzet voor zijn lezers in een historische context tot leven te brengen.’

De sfinx van Spanje

Kritische Klassieken 1

Albert Helman
De sfinx van Spanje

Beschouwingen van een ooggetuige

Nawoord: Michiel van Kempen
€21 | verschenen mei 2011

> Bestel dit boek
> Meer over Albert Helman

Kritische Klassieken 1

Albert Helman - De sfinx van Spanje

Beschouwingen van een ooggetuige

De van oorsprong Surinaamse schrijver Albert Helman is vooral bekend van zijn in 1931 verschenen anti-koloniale roman De stille plantage. Minder bekend is dat hij van 1932 tot 1937 als verslaggever van o.a. De Nieuwe Rotterdamsche Courant (NRC) en De Groene Amsterdammer in Spanje verbleef. In De sfinx van Spanje beschrijft de stilist Helman zijn waarnemingen in het Spanje tijdens het begin en de eerste jaren van de Spaanse Burgeroorlog.

Helman is daarin allesbehalve een neutrale toeschouwer: zonder te kiezen voor één van de partijen aan de kant van de Republikeinen, kiest Helman wél partij voor de Republikeinse kant, waar de tegenstrijdigheden tussen de verschillende fracties zich, naarmate de burgeroorlog vordert, steeds scherper doen gelden. De betrokkenheid van Helman met de verdedigers van de Republiek doet denken aan de manier waarop George Orwell in Saluut aan Catalonië zijn eigen verbondenheid met de Republikeinen beschrijft. Dat De sfinx van Spanje wel wat van Orwells herinneringen weg heeft is niet zo raar: beide schrijvers kenden elkaar en deelden een kantoor in Barcelona. Maar waar Orwell daadwerkelijk deelneemt aan de gewapende strijd en zich aansluit bij de milities van de POUM (een revolutionaire links-communistische partij), komt Helman tot de conlusie dat in zijn handen de pen een beter wapen is dan het geweer.

Al in 1937 had Helman in de gaten dat wat zich in Spanje afspeelde in feite de voorbode was van een ‘Europese oorlog’ tussen Duitsland en Italië aan de ene kant tegen een alliantie van Engeland, Frankrijk en de Sovjet-Unie aan de andere kant. Zijn hoop dat de inzet van de Spaanse bevolking niet voor niets zal zijn geweest, zou al gauw in bloed gesmoord worden.

De sfinx van Spanje verschijnt in een geannoteerde uitgave met een nawoord van Michiel van Kempen, buitengewoon hoogleraar West-Indische Letteren aan de Universiteit van Amsterdam.

Literair Nederland: ‘Wie Orwells Homage to Catalonia leest, moet Helmans Sfinx er ook maar meteen achteraan lezen.’

Vrij Nederland: ‘De sfinx van Spanje is geschiedenisles van literair niveau.’

De Standaard: ‘Een geluk, dus, dat De sfinx van Spanje van Albert Helman opnieuw meer dan een voetnoot zal zijn.’